top of page
  • Facebook - Black Circle
  • Instagram - Black Circle

Een ode aan mijn ouwe

Duur geboren in 1953 in de Emma-kliniek bij het Wilhelminapark in Utrecht, een dag later was hij thuis op de Havikstraat in de Vogelenbuurt. Via de Troelstralaan, de Hanoidreef, de Columbuslaan en de Tafelbergdreef heeft hij samen met mijn moeder Utrecht ingeruild voor Vreeswijk. (Lees: dorp in Nieuwegein). Mijn ouwe heeft een bewogen leven. Als klein jochie veel ziek geweest, zijn moeder vroeg verloren en hij is op jonge leeftijd uit huis gezet, omdat hij niet overweg kon met de nieuwe vriendin van zijn vader. Later heeft hij zijn eigen vrouw op 51 jarige leeftijd verloren. Mijn moeder.


Op 28 jarige leeftijd kreeg hij mij. Waar moet ik beginnen, mijn vader en ik. We zijn anders, maar we zijn twee handen op een buik. Hij is koppig en gaat confrontaties liever uit de weg. Ik ben extravert en leg de vinger graag op de zere plek. We komen elkaar dus wel eens tegen. Hij heeft wat te stellen gehad met mij. Ik ga niet te veel in detail treden, maar als je uitgenodigd wordt op school en er wordt gezegd dat twaalf van de dertien docenten niet verder met je zoon willen, dan kan je je er iets bij voorstellen. Die ene overgebleven docent was mijn mentor en net als ik Utrechtsupporter. Hij snapte me en zag wel potentie in me. Logisch.


Ik heb altijd veel gepraat met mijn ouwe. Deze gesprekken vonden niet thuis plaats, maar in de Galgenwaard, het stadion van Utrecht. Hier waren we alleen. Ik ga van jongs af aan met hem naar de wedstrijden van onze club. Ik heb er op mijn flikker gekregen, heb er complimenten gehad, we hebben gelachen en we hebben gehuild. We hebben elkaar genegeerd, we hebben elkaar gekust, we hebben elkaar vol adrenaline aangekeken en gejuicht bij belangrijke goals. Hij heeft me teruggefloten en hij heeft me aangemoedigd. We hebben het verlies van ma daar een plek gegeven.


Hij heeft stewards en politie van me afgehouden, ik heb hem onder de stoeltjes vandaan gehaald; we hebben elkaar beschermd. We zitten nog wel eens te praten: die ouwe fietsendief in vak J2, mijn telefoontje vanaf de middenstip bij RKC, zou gekke Steve nog leven?, en die gozer die mijn ouwe een gooi gaf tegen Ajax die ik vervolgens de gracht van het stadion in flikkerde, Parma thuis en ons optreden op de Italiaanse TV, het verlies van Dito en samen de liedjes van Berkien meezingen.


Het rolletje Stophoest die ‘gelukkig’ net het hoofd van die Vitesse-verdediger miste na een flinke overtreding op Mertens, die steward met die bril die het vroeger altijd op mij gemunt had, de pizza (inclusief mes) die die ouwe het stadion in had gesmokkeld, dat we elkaar in de gracht tegenkwamen na die vuurwerkbom van Ajax en die aansteker die precies op de railing kapot sprong in het uitvak van NEC. Die gasten bij dat hekkie schrokken zich kapot, wij lachen. We kunnen eeuwig praten!


Het is ons cluppie en we gaan trouw. Samen met Bert, we zitten al jaren samen. Onze maat. Als ik voor iemand mijn handen in het vuur steek, is het voor hem. Sinds kort gaat mijn jochie ook mee. Hij heeft het vuur voor zijn club, net als wij. De onvoorwaardelijke clubliefde. Je kan als club honderd scholen uit de regio uitnodigen, maar de echte worden geboren.

Ik hoop dat ik mijn zoon net zoveel kan geven als die ouwe mij heeft gegeven. We staan wel eens tegenover elkaar en we snappen elkaar niet altijd. Maar we vinden elkaar altijd terug. Hij is mijn ouwe en ik ben zijn jochie. Voor altijd. Net als onze club. Voor altijd!

37 views0 comments

Recent Posts

See All
bottom of page